Trance
en Hypnose
Wat is het verschil en wat kan je ermee?
Hypnose en trance zijn enge woorden die vele misvattingen oproepen, te beginnen met dat hypnose in het Grieks ‘Slaap’ betekent, terwijl je niet slaapt als je onder hypnose bent of in trance gaat bij de therapeut. Soms komen mensen met het idee dat een hypnotische trance een bewusteloze staat is, die lijkt op slapen, waarin er vanzelf allemaal dingen gebeuren en veranderen door de (hypno)therapeut. Ook kunnen deze misvattingen resulteren in dat iemand na een sessie zegt:”Ik had niet het gevoel dat ik ‘onder hypnose’ was” of “het voelde niet echt”. Goed dus om van tevoren te weten wat trance en hypnose zijn.
Wat is precies Trance en Hypnose?
Trance
Trance is geen onbewuste of slaaptoestand; het is eerder een staat van diepe ontspanning en verhoogde ontvankelijkheid voor indrukken van jezelf. Cliënten blijven zich volledig bewust van hun omgeving en hebben controle over hun gedachten en acties. Het is vergelijkbaar met dagdromen of in een meditatieve staat verkeren, waarbij de geest kalm is en de focus naar binnen gericht is.
In trance werken met je hoger zelf
In trance kunnen mensen gemakkelijker toegang krijgen tot hun hogere zelf (dat deel van onszelf wat verbonden is met universele wijsheid of het goddelijke, en dat een hoger perspectief heeft dan ons alledaagse ego), omdat trance een staat is waarin het alledaagse bewustzijn op de achtergrond treedt. Dit opent de deur naar een diepere verbinding met het hogere zelf en de wijsheid die daaruit voortkomt.
Hypnose
Hypnose: meer vatbaar voor suggesties therapeut
Hypnose is een specifieke vorm van trance, vaak opzettelijk opgewekt door een hypnotherapeut. Het is gericht op het bereiken van een diepere staat van bewustzijn, waarbij de persoon meer vatbaar is voor suggesties. Hypnose wordt vaak gebruikt in therapeutische contexten om gedragsveranderingen te bevorderen, angsten te verminderen, trauma's te verwerken en andere therapeutische doelen te bereiken. Het is dus een kunstmatige geïnduceerde staat van trance die vergelijkbaar is met slaap, gekarakteriseerd door een verhoogde ontvankelijkheid voor suggestie (door de hypnotherapeut). Tijdens hypnose behoudt de persoon vaak een zekere mate van bewustzijn. Ze zijn zich meestal bewust van hun omgeving en kunnen zelfs afleidingen oppikken. Dit betekent dat ze niet volledig 'weg' zijn, waardoor ze een controle over hun eigen acties behouden. Ze zullen niet iets doen wat ze onder normale omstandigheden als immoreel of gevaarlijk beschouwen. Daarnaast is hypnose geen alles-of-niets fenomeen.
Onderscheid trance en hypnose
Het onderscheid tussen trance en hypnose is vaak niet duidelijk omdat de termen soms door elkaar gebruikt worden. In essentie kan je zeggen dat alle hypnose trances zijn, maar niet alle trances zijn hypnose. Trance kan een meer algemene staat van veranderd bewustzijn zijn, terwijl hypnose een meer specifieke toestand is waarin de persoon zich meer openstelt voor begeleiding en suggesties van de therapeut.
Mensen gaan vaak in verschillende gradaties van ‘hypnose’, van lichte tot diepe trance tijdens een sessie. Aangezien je tijdens de sessie ook een gesprek hebt is er ook een deel gewoon aanwezig.
Het is ook belangrijk op te merken dat niet iedereen even ontvankelijk is om in trance te werken. Dit kan tal van redenen hebben. Uiteindelijk is het altijd een wisselwerking.
Het is belangrijk op te merken dat hypnose geen controlemechanisme is waarbij de therapeut de controle overneemt en het allemaal opnieuw voor je programmeert, terwijl je lekker je ogen dicht hebt. Het is eerder een samenwerking waarbij de persoon onder hypnose en de therapeut samenwerken om doelen te bereiken en positieve veranderingen te bewerkstelligen.
Waar werk ik mee?
In de sessies wordt er gebruik gemaakt van trance. Deze staat van ‘diepte’ - van licht tot (enorm) diep - varieert tijdens een sessie.
Feit is dat geen enkele sessie hetzelfde is, qua inhoud en qua diepte. Er zijn mensen die heel diep kunnen gaan en zich van alles spontaan herinneren, met data en levensechte beelden en de sessie daarna er ‘niet meer zo diep’ of ‘vlakker‘ inkomen. tot mensen die het meer ervaren als lichtelijk ontspannen maar wel volledig aanwezig. Als regel kan gesteld worden dat hoe ontvankelijker en minder kritisch (en dus hoe meer ontspannen) je kan zijn, hoe dieper je in trance of hypnose kan gaan. Maar ook dat is niet altijd een vereiste voor diepe heling.
Je uit een negatieve hypnose (hypnotische staat) halen
Een hypnotische staat is een staat ‘onder slaap’. Je doet iets bij wijze van spreken zonder dat je je er bewust van bent. Zo is het ook met de negatieve programmeringen in jezelf (“ik mag er niet zijn”. “Ik word niet gezien”). Dat is een negatieve hypnotische staat, die je automatisch doet. Totdat je het wakker maakt. En het opnieuw programmeert, opnieuw vertelt hoe jij wil dat het moet zijn. Vandaar dat een hypno- of regressietherapeut je juist uit een hypnose haalt in plaats van dat ie je onder hypnose brengt.
Als je het precies wil weten:
Welke brein frequenties zijn er?
Er zijn vijf hersengolf frequenties: Beta, Alpha, Theta, Delta en Gamma.
Alles wat je doet of zegt wordt gereguleerd door de frequentie van je hersenen. Wanneer wij bijvoorbeeld met anderen praten verkeert ons brein in Beta.
Beta is de staat waarin je actief en alert bent.
In Alpha staat ben je diep ontspannen als in een meditatieve stand. Hierin kun je fantaseren, dagdromen en relaxen. Mensen die moeite hebben met deze staat, hebben moeite om zich dingen te herinneren. Alpha is de brug tussen Beta en Theta.
Theta is een hele diepe staat van ontspanning. Het wordt gebruikt in de diepe vormen van hypnose en de REM slaap. Vandaar dat het gebruikt wordt om met het onderbewustzijn contact te maken en het opnieuw te instrueren.
Delta is de staat waarin je verkeerd als je diep aan het slapen bent. Het is de golflengte waarop je ‘weet’ dat iemand je gaat bellen.
Gamma heeft te maken met een hogere brein activiteit en heeft te maken met waarneming en bewustzijn.