Judas de Openbaarder
Judas de Openbaarder
Nederlandse vertaling van Judas the Revealer
Neville Goddard 10-2-1967
Judas, degene in de Schrift die het meest veroordeeld is, is de ware openbaarder van Christus. We noemen hem Judas, maar Judas en Judah zijn één.
In de Bijbelse gedachte onthult de naam van een man zijn karakter. De volledige betekenis van de naam wordt pas begrepen als deze zich manifesteert in hem die het vleesgeworden WOORD is.
Vanavond zullen we de naam "Judas" nemen, die gespeld is als "Yod He Vav Dalet He" [Ye-hu-da]. De Goddelijke naam "Heer" is "Yod He Vav He", genaamd "ik BEN". Dus we hebben de Goddelijke naam, "ik BEN" met dalet erin. Dalet, de vierde letter van het Hebreeuwse alfabet, draagt het symbool van een deur. Zo verklaart de centrale figuur van het Nieuwe Testament: "Ik BEN de deur."
Judas wordt de verrader van de Heer Christus Jezus genoemd. Het woordenboek definieert het woord 'verraad' als 'openbaren, bekend maken; of bevrijden in de handen van de vijand'. Jezus Christus wordt het Woord van God genoemd, dit Woord is de waarheid. Dus degene die de waarheid openbaart (verraadt) is Judas en degenen die het niet begrijpen zijn terughoudend ten opzichte van zijn boodschap. Zij zijn de vijand, hoewel ze het niet weten. Wie zou het geheim van God kunnen openbaren, behalve God zelf? Wie zou jouw geheime gedachten kunnen openbaren, behalve jijzelf? Ik zou je in mijn vertrouwen kunnen nemen met betrekking tot bepaalde dingen in mijn leven, maar niemand kan ooit mijn gedachten kennen behalve ikzelf. Dus als iemand Christus als de Heer openbaart, moet het God zelf zijn. "Hij die met mij uit dezelfde schotel eet." Wie zou met mij kunnen delen, behalve ikzelf?
Het Woord van God is in ieder wezen aanwezig en alle wendingen van het leven roeren en ageren het Woord, waardoor het wortel schiet en zich begint te ontvouwen. Dan ontvouwt zich het drama zoals dat voor het eerst in het Oude Testament wordt verteld en in het Nieuwe als het leven van Jezus Christus wordt uitgelegd, en jij - een individu - wordt in de hoofdrol geworpen! Jij bent datgene die aan jezelf geopenbaard wordt.
Laat ik nu een ervaring van mijzelf delen die plaatsvond op 10 oktober 1966. Ik ben in een kamer, zeg maar ongeveer 30 vierkante voet(omgerekend kom ik uit op 3 vierkante meter, maar dat is wel heel weinig!), waar ik het Woord van God aan twaalf mensen leer. We waren allemaal gekleed in oude gewaden en zaten allemaal op de grond. Plotseling stond een man op en verliet snel de kamer. Toen hij de deur uitliep wist ik dat hij de autoriteiten zou vertellen wat hij had gehoord. Toen kwam er een lange, knappe man van ongeveer veertig jaar oud en ongeveer 6'4" groot, prachtig gekleed in dure gewaden, binnen. We stonden allemaal op en stonden perfect stil toen hij binnenkwam. Hij liep recht als een pijl naar het einde van de kamer, draaide zich in een rechte hoek en liep naar het einde van de kamer, draaide zich in een rechte hoek en liep naar het midden, draaide zich om en naderde mij. Toen sloeg hij een houten pin in mijn schouder en nam een scherp instrument, met een ronddraaiende beweging sneed hij de mouw van mijn kleed af, trok het eraf en gooide het weg. Hij strekte zijn armen uit om het kruis te vormen, omhelsde me, kuste me aan de rechterkant van mijn nek, terwijl ik hem aan de rechterkant van zijn nek kuste. Terwijl we omhelsden en de scène begon te vervagen, zag ik de afgeworpen mouw. Het was het blauwste blauw.
Laat mij nu ingaan op het 14e hoofdstuk van het Evangelie van Marcus, van het 41e tot en met het 45e vers. Verbeelding is spreken, zeggend: "Het uur is gekomen." "Het uur is gekomen, de Zoon des mensen is verraden in de handen van de zondaars. Sta op, laten we gaan. Kijk, mijn verrader is nabij." Dan spreekt de evangelist over degene die binnenkomt, zeggende: "De verrader heeft hen een teken gegeven dat degene die hij zal kussen de man is, grijp hem en leid hem veilig naar buiten." Dan komt de finale, als het verhaal van de verrader wordt herhaald, beginnend met de woorden: "Mijn uur is gekomen."
Dit ware verhaal ontvouwt zich in de man, want elke man heeft het Woord in zich verankerd. Op een dag zal dat Woord het zaad doen barsten en zich ontplooien in de boom des levens. Judas was niet degene die vertrok om te vertellen wat hij had gehoord. Judas is de openbaarder. Niemand wist wie de verrader was, alleen dat hij snel naar binnen moest gaan, direct naar degene die geopenbaard wordt, en hem moest kussen. Judas liep zo snel als een soldaat op een snelle mars, omhelsde me, noemde me "Meester" en onthulde me als degene die het gezag had - om de 22e en 53e hoofdstuk van Jesaja te vervullen. Door de pin op mijn schouder te hameren, kreeg ik volledig gezag over alle inwoners van Jeruzalem en de wereld tot het einde, wanneer de pin zal vallen en ik van zijn last ben verlost.
De vraag wordt gesteld in het 53ste hoofdstuk van Jesaja: "Wie heeft ons rapport geloofd en aan wie is de arm van de Heer geopenbaard?" In deze wereld wordt de rechterarm gesymboliseerd in de mis, daar moet de communie met de rechter- en nooit met de linkerhand worden genomen. Deze kerels komen naar beneden, gekleed in hun oecumenische kostuums, met een doek aan hun rechterarm. Er was hier een kardinaal die een soort van prop in zijn rechterarm ontwikkelde en toen ze die amputeerden kreeg hij speciale toestemming van de Paus om de mis met zijn linkerhand te leiden. Dit alles is symbolisch op dit niveau, en op het hogere niveau wordt de mouw doorgesneden om de arm van de Heer te onthullen.
Nu, "Het uur is gekomen dat de zoon van de mens wordt verraden in de handen van de zondaars." Wie zijn de zondaars? Zij die terugdeinzen voor de openbaring van de waarheid dat de menselijke verbeelding God is! Vanavond zullen een miljard mensen die zeggen dat ze in Christus geloven, terugdeinzen voor de gedachte dat hun menselijk voorstellingsvermogen God is, en niet weten dat ze zondaars zijn, vijanden van de waarheid; want de ware Christus is Gods kracht en wijsheid die in de mens is gehuisvest als zijn eigen wonderbaarlijke menselijke voorstellingsvermogen. Zij die de waarheid niet aanvaarden maar alleen de belichaming ervan zien, zouden hem vernietigen, maar hij die de verpersoonlijking van de waarheid herkende, omarmt hem met uitgestrekte armen.
Het woord "Judas" betekent " het vieren; de hand van de macht, het vereren; het aanbidden met uitgestrekte hand". Dat is precies wat hij deed - hij stak zijn handen uit naar mij. Hij was de celebrant die de Eucharistieviering leidde; hij legde in de schouder datgene wat de last van Israël zou vormen, hij strekte zijn armen uit, omhelsde me en verraadde me met een kus. Judas is diegene die je aan jezelf onthult! Dus, de Bijbelse karakters zijn alleen bekend zoals ze zich manifesteren in jou, die het vleesgeworden Woord is!
De hele uitgestrekte wereld - die het verhaal verkeerd begrijpt - veroordeelt de openbaarder, en iedereen die deze waarheid openbaart wordt veroordeeld. Maar Judas, de openbaarder van de Bijbelse waarheid, is in jou en wanneer je op een bepaald punt komt, als een boom die vruchten draagt, zal hij zich manifesteren. Judas is pas in zijn volle betekenis bekend als hij zich in jou manifesteert, de Man die het vleesgeworden Woord is.
Laat me nu een ervaring delen van een dame die proeft van de kracht van de komende tijd. Ze zei: "Op een middag in mei 1965 lag ik met mijn ogen dicht op de grond en beweerde dat ik uit mijn lichaam kon komen als ik dat wilde. Plotseling kijk ik naar een landelijk tafereel, want links van mij verschijnt een paardenkoets met twee mensen erin. De weg is onverhard, maar het stof roert zich niet. Het is afgelijnd met bomen die in beweging zijn, maar toch niet bewegen. Dames in rokken tot aan hun enkels en mannen in oude kleding stonden rechts van mij, drie op een rijtje, allemaal met het gezicht naar de koets toe. Alles leek in beweging, maar toch perfect stil. Toen wist ik intuïtief dat mijn aanwezigheid hen inactief maakte en dat ze bij mijn vertrek weer in beweging zouden komen. Onmiddellijk bevond ik me weer op de grond, en - wetende dat ik er pas een seconde geleden was en volledig wakker en bewust - vroeg ik me af: 'Waar was ik?' en een stem in mij antwoordde: 'Parijs, 1778.'
Mag ik je vertellen: deze wereld is een toneelstuk. Net als de eerste akte van een toneelstuk is er niets voorbijgegaan, maar wordt het steeds weer opnieuw opgevoerd. De mens, die zich er totaal niet van bewust is dat de wereld een toneelstuk is en de kledingstukken gedateerd zijn, bezielt een deel van de tijd totdat het begraven Woord van God uitkomt en hij van bovenaf wordt geboren. Dat Woord dat in jou is gehuisvest moet van bovenaf worden geboren om het koninkrijk van God te kunnen erven. En als je dat doet, zal je deze wereld ontdekken die zo levend lijkt, dood is. Degenen die deze ervaringen hebben, proeven van de komende tijd, wanneer we allemaal één voor één verenigd zijn in een enkel wezen dat God is.
Eén die zichzelf in alles begraven heeft! Zijn begraven zelf met zijn heilsplan wordt het Woord genoemd. Nu zijn de woorden Juda, Judas en Jood één en dezelfde in de Schrift en betekenen ze de scheppende hand van God. Het woord begint met de letter "Yod" die "hand" betekent, dan komt "Hij," "Vav," - en in het woord "Judas," wordt een "Dalet" (een deur) toegevoegd. Wordt ons niet verteld: "Ik ben de deur. Iedereen die door mij binnenkomt, wordt gered"? Je kan alleen door die ene deur komen. Het is door deze deur van bewustzijn dat hij binnenkomt en je omhelst. Hij verraadt je door je aan jezelf te openbaren als het wezen op wie de verantwoordelijkheid en het gezag van velen is genageld.
Ieder van ons oefent het recht uit om dit wiel van herhaling te draaien, terwijl we steeds weer door dezelfde scène heengaan. Deze dame zag een scène in het jaar 1778. Ik ben net zo solide en echt als deze scènes binnengetreden, wetende dat als ik een activiteit in mijn verbeelding stopzet, alles stil zal staan. Ik ben een restaurant binnengegaan en heb bij het observeren van mensen die worden bediend, een activiteit in mij stopgezet en alles blijft stilstaan. Als ik het loslaat, gaat alles door zoals het bedoeld is. De wereld is een toneelstuk dat al geschreven is. De spelers zijn alleen maar acteurs op het podium, maar je laat je meeslepen door de actie die je huilt en lacht, omdat je betrokken raakt bij de emoties van de zich ontvouwende handelingen waarvan je niet beseft dat het maar een toneelstuk is.
Verbeelding wordt begraven in zijn vooropgestelde spel, waaruit hij geboren wordt en telkens weer sterft tot het Woord dat met hem begraven is, ontwaakt. Dat is God's ontwaken en jouw onttrekking aan het toneelstuk, zoals ons in de Psalmen is verteld: "Aan de Here God behoort mijn verlossing van de dood." God verlost je niet van buitenaf, want elk personage in de Schrift is in jou! Alle dingen bestaan in de Menselijke Verbeelding, dat is het Goddelijke Lichaam!
Het Woord van God dat bij God was en God is, is het toneelstuk. Er zijn ervaringen van deze wereld nodig om haar te ageren en in beweging te krijgen, zodat God kan ontwaken; en als hij dat doet, komen alle karakters van de Schrift binnen om hun rol te spelen. Judas lijkt de Zoon van de mens te verraden, maar de Zoon van de mens is Jezus Christus, en Jezus Christus is de Zoon van God, die één is met God. Judas openbaart je - de Zoon van de mens - om één te zijn met God de Vader. Dan levert hij je uit in de handen van de vijand, want je bent gedwongen om je ervaring te vertellen en degenen die het horen zullen terugschrikken, want ze weten dat het niet zo is. "Vader, vergeef hen, ze weten niet wat ze doen." Ze vallen aan omdat ze niet weten dat Gods openbaring zich van binnenuit ontvouwt!
Test je eigen prachtige menselijke verbeelding deze nacht en geloof in de realiteit van Christus, je scheppingskracht. Geloof dat alle dingen voor hem mogelijk zijn. Stel je de toestand voor die je in deze wereld wilt uitdrukken, en als je aan het werk gaat, zal je zien hoe snel het zal gebeuren. Dan zullen op een dag de Schrift zich in je ontvouwen, waardoor je in de centrale rol komt te staan, maar in de tussentijd ben je vrij om te kiezen wat je wilt zijn of doen.
Heb je ooit "Hamlet" gezien? Ik heb het misschien een dozijn keer gezien terwijl verschillende acteurs de rol speelden, en geen twee interpreteren Hamlet op dezelfde manier. Elk van hen verschilt in zijn interpretaties, zoals hun voorrecht is. En zo is het met de rol die je nu speelt. Je kan het veranderen en anders spelen als je dat wenst, maar je gaat niet buiten het kader van God, want zijn kader is in jou. Zijn spel zal zich in je ontvouwen, want het uiterlijke deel doet er niet echt toe - het gaat gewoon voor eeuwig door.
De scène die deze dame in 1778 in Parijs zag, blijft voor altijd deel uitmaken van het toneelstuk. Als ik dit kledingstuk afstoot en het wordt verbrand, is het kledingstuk weg, maar je kan de periode dat het deze aarde bewandeld heeft niet kapotmaken. Iemand zal op een scène in deze tijdspanne komen, het personage reanimeren, en de rol spelen of het nog steeds spelen - zoals mijn vriend deed - en de scène bekijken. Dit deel van de tijd gaat nooit voorbij, maar het evangelie, het Woord van God, is begraven in iedereen die in de scène aanwezig is. En Gods Woord zal zich langzaam in jou ontvouwen, als de onsterfelijke jij die niet kan sterven. Je kan niet in de eeuwige dood gaan in datgene wat niet kan sterven, en je onsterfelijke zelf is de menselijke verbeelding. Het kan me niet schelen wat je doet met het lichaam dat je draagt. Je kan het uitwissen, oplossen of in as veranderen - maar het kan niet sterven. Ik ben een God van de levenden, niet van de doden; en alles wat lijkt te sterven, sterft niet, maar blijft voor eeuwig en eeuwig en eeuwig.
Blake, in zijn " Visioenen van het Laatste Oordeel", zei zo mooi: "De eeuwigheid bestaat in de eeuwigheid, onafhankelijk van de schepping, die een daad van barmhartigheid was." De wereld en alles daarbinnen bestaat, maar begraven in de wereld is God zelf. Dat was zijn daad van barmhartigheid. En als hij zich uit deze gebondenheid aan het verval onttrekt, breidt hij zich uit boven wat hij was toen hij zich in ons begroef!
In het 6e hoofdstuk van Johannes wordt ons verteld dat het de wil van onze Vader is dat van alles wat hij ons heeft gegeven niets verloren zal gaan, maar op de laatste dag zal worden herrezen. Wat heeft God ons gegeven? Elk personage in de Geschriften. En je zal ze allemaal herrijzen op de laatste dag, omdat de oneindige God in Schrift begraven is!
Neem mijn woorden en blijf er bij stilstaan, want ik vertel je wat ik uit ervaring weet. Ik zie het allemaal in mijn geestesoog ontvouwen. In mijn visioen zaten we allemaal op de grond toen het gezag de deur binnenkwam. "Sta op, laten we gaan. Zie, mijn verrader is bij de hand." We stonden op en stonden in de belangstelling toen het symbool van autoriteit zich door de kamer bewoog. Hier was God zelf die de macht overdroeg aan degene die hij verraadde door een kus. De wereld heeft een man veroordeeld die Judas heet, maar hij is het eeuwige karakter dat God in de mens openbaart aan de man in wie God is gevallen. Dus om terug te gaan naar Blake: "Waarom staan we hier te beven en roepen we God om hulp en niet onszelf in wie God woont? Keer terug naar jezelf in wie God woont en de Schrift zal zich in jou ontvouwen!
Toen Pilatus vroeg: "Waar komen jullie vandaan?" en Jezus antwoordde niet, ging Pilatus verder: "Jullie zullen niet met mij spreken? Weet je niet dat ik macht heb om je te bevrijden en macht om je te kruisigen? Toen zei Jezus: "Jullie zouden geen macht over mij hebben als het niet van bovenaf aan jullie was gegeven; daarom heeft degene die mij in jullie handen heeft bevrijd, de grootste zonde. Deze wereld is een toneelstuk en je kan niets doen, als het geen deel uitmaakt van het toneelstuk dat van bovenaf is gemaakt. In je blinde toestand denk je dat je de kracht hebt om te bevrijden of te kruisigen, maar je kan niets doen als het je niet van binnenuit is gegeven. Je moet van bovenaf geboren zijn om diezelfde kracht te krijgen! Alleen dan ken je de kracht om het spel te annexeren, dat zich steeds weer herhaalt en toch allemaal van binnen plaatsvindt.
Van begin tot eind is het verhaal van de Schrift waar. Elk woord ervan is in mij vervuld, maar toch ben ik dezelfde persoon die ik als kind Neville heette. Mijn moeder is mij net zo dierbaar als mijn vader. Ze zijn weg van deze wereld, maar niet voor mij. Mijn broers, zus en vrienden, mijn vrouw, mijn dochter en zoon zijn net zo dierbaar voor mij als zij altijd waren, dus ik ben geen andere persoon vanwege mijn ervaringen. Ik heb alles ervaren wat er in de Schrift over Jezus Christus wordt gezegd, en toch is er geen verlies van identiteit.
Ik weet uit ervaring dat Jezus Christus je eigen wonderbaarlijke menselijke verbeelding is waar alle dingen bestaan. Begraven in jullie, ontvouwt de menselijke verbeelding zich zoals de Schrift zich in jullie vervult. Niet wetende dat je een menselijke verbeelding bent, verbeeld je je van alles en nog wat en veroorzaak je de klappen van het leven. Onwillig om je verbeelding toe te passen, ben je - als de vijand van Christus - terugschrikken voor wat ik je vertel. Je gaat liever naar de kerk, steekt je kaars aan tijdens de mis en denkt dat dat genoeg is. Ik heb brieven van mensen die geloven dat ik, die deze uitspraak doet, een duivel ben. Maar ik weet dat ze op een dag zullen ontwaken en dat alles wat ze gedaan hebben vergeten zal worden en nooit meer in gedachten zal worden gebracht. Ze doen en zeggen deze dingen omdat ze worstelen met zichzelf. Ze kunnen niet geloven dat hun eigen wonderbaarlijke menselijke verbeelding God is, ze zijn de zondaar die de markering in het leven mist - de zondaar Judas verraadt Christus.
Vertel de zondaars van de wereld dat de oorzaak van de verschijnselen van het leven in henzelf liggen en dat ze zich daartegen gaan verzetten, want ze kunnen niet geloven dat God in hen zit als hun eigen wonderbaarlijke menselijke verbeelding. Ze kunnen niet geloven dat de enige God die zo van ons hield ons is geworden dat we zijn zoals Hij is. Als ze de waarheid niet kunnen accepteren, zullen ze proberen de openbaarder uit elkaar te scheuren. Daarom werd hem verteld om 'hem veilig weg te leiden'. De gewelddadigen verlaten eenvoudigweg jouw wereld. Ze vertrekken omdat ze de waarheid niet kunnen aanvaarden.
Wanneer de waarheid wordt onthuld, zal de meerderheid het niet geloven, want het is niet wat ze verwachten. Ze zijn op zoek naar een externe God om hen te bevrijden, maar die is er niet. Volg geen uitwendig wezen - en dat geldt voor alle leraren, alle pausen, alle regeringen, alles. Op het moment dat je gelooft dat iemand van buitenaf je grote leider is, zal hij je tot slaaf maken, zoals ons in het eerste hoofdstuk van het Boek van Samuël wordt verteld. Vind God in je of je zal hem nooit vinden. En wanneer je dat doet, zal het Schrift zich in je ontvouwen! Je zal jezelf vinden in een kamer, gekleed in gewaden van de oude wereld. Dan zal Judas verschijnen en je verraden met een kus. Maar je wordt niet gekruisigd. De kruisiging is voorbij, er is alleen nog maar verrijzenis. De ene na de andere worden allen herrezen.
Nu is Judas in het Nieuwe Testament de enige zelfmoordenaar. Een andere wordt geïmpliceerd in het tiende hoofdstuk van Johannes, waar Jezus zei: "Niemand neemt mijn leven weg, ik leg het zelf neer. Ik heb de kracht om het neer te leggen en de kracht om het weer op te tillen, want ik en de Vader zijn één". Dus niemand kan je leven van je afnemen, maar Judas pleegt zelfmoord, wetende dat 'tenzij ik sterf kun je niet leven, maar als ik sterf zal ik weer opstaan en jij met mij. Zou je iemand liefhebben die niet voor jou gestorven is, of ooit sterven voor iemand die niet voor jou gestorven is? En als God zichzelf niet aan de mens geeft, kan de mens niet bestaan, dus stierf God. (William. Blake) Omdat God zijn eigen Woord is, dat in alles begraven is en zijn verlossingsplan bevat, stierf hij en bereikte hij de grens van de samentrekking opdat jij zou leven. Als hij zich in de toestand van Judas aan zichzelf onthult, breidt hij zich uit terwijl het verhaal van Jezus zich in jou ontvouwt, het individu waarin het zaad barst.
Iedereen zal hetzelfde verhaal meemaken en niemand zal verloren gaan. Je kan Judas niet verliezen! De wereld denkt dat hij de zoon van de verdoemenis was, zoals ons in het 17e hoofdstuk van Johannes wordt verteld: "Van alles wat gij mij hebt gegeven heb ik niemand verloren behalve de zoon van de verdoemenis"; maar de 'zoon van de verdoemenis' betekent 'het geloof van het verlies'. Ik kan vanavond naar het jaar 2000 gaan en het nu zien gebeuren, of ik kan teruggaan naar het jaar 1778 zoals mijn vriend deed, zodat ik weet dat er niets verloren is. Ik weet ook dat er in deze fantastische wereld van ons iets in ons is dat ontwaakt en ons laat zien dat we God de Vader zijn.
In het 17e hoofdstuk van Johannes wordt God aangesproken als "Heilige Vader": "Heilige Vader, bewaar ze in Uw naam die Gij mij hebt gegeven opdat zij één zouden zijn zoals wij één zijn. Bewaar ze in de naam van de Heilige Vader, zodat ze één worden zoals wij nu één zijn! De naam Vader is je niet alleen als naam gegeven, maar ook als identiteit. Wanneer God zijn eniggeboren Zoon jou Vader noemt, wordt jouw ware Vaderschap geopenbaard. Dan komt dezelfde die naar Mij kwam naar jullie toe. Hij zal de knijper op je schouder spijkeren en je mouw doorsnijden om de arm der kracht te openbaren. En je zult de woorden zeggen: "Wie zal mijn verslag geloven? Aan wie is de arm van de Heer geopenbaard? Dan zal je het vertellen omdat je de impuls niet kan tegenhouden.
"Als ik zeg dat ik zijn naam niet meer zal noemen, is er in mij als het ware een brandend vuur binnenin mijn botten en ben ik moe van het binnenhouden ervan en dat kan ik niet meer". Ik kan de impuls om erover te praten niet tegenhouden terwijl ik nog steeds het kledingstuk van vlees draag, want ik weet dat het de waarheid is. Dus ik vertel het en sommigen geloven, terwijl anderen niet geloven. Als het jou overkomt, wees dan niet verbaasd als niemand in je familie interesse toont in jouw ervaringen. Ze hebben gewoonweg geen honger naar het Woord van God. Maar de tijd zal komen dat ze honger krijgen, niet naar brood of water, maar naar het Woord van God. Als de honger komt, staat het zaad op het punt te barsten, maar tot die tijd hebben ze liever de orthodoxe concepten van God.
Judas is dus het meest belasterde personage in het Nieuwe Testament. Hij was de enige die daar zelfmoord pleegde. In het Oude Testament pleegde Saul het net zo goed als drie anderen, maar geen van hen is veroordeeld omdat de Heer zelf heeft gezegd: "Ik neem mijn eigen leven weg. Niemand neemt het van mij af." Dus ondanks wat de kerken onderwijzen is er geen veroordeling voor zelfmoord. In het begin pleegde God het, zeggende: "Niemand neemt mijn leven, ik leg het zelf neer. Ik heb de kracht om het neer te leggen en de kracht om het weer op te nemen. Zelfmoord plegen om te worden zoals je bent, uiteindelijk zal je zelfmoord plegen om te worden zoals Hij is!
Laten we nu de stilte ingaan.